opgespannen huid om schoon te schrappen 

HEXAGRAM 49

De meester zegt: Dat ruien, dat is dat je je overtuigingen de vorm van existentie die je geest had gecreëerd om door het leven te gaan ... je geest groeit .. moet je al je overtuigingen los laten en ook de vorm waarmee je door het leven gaat, tot aan andere kleren toe en ook tot aan wat je dacht naar buiten te moeten brengen als bewijs van je existeren. Dat komt omdat als je geest groeit dan is dat afgestorven. Het ruit ook, het is een vorm van afsterving. Het is afgestorven (en de meeste mensen leven afgestorven door) en dan raak je in de onbenulligheid en dan ervaar je dat .. en dan ga je iets creëeren wat nog volwassener is als zij zijn, om je als onvolwassene te handhaven tussen de volwassenen. Dan ga je opvallen, dan ben je aanwezig, dan ben je er.

God onthoudt de geschoren schapen de wind.

En dan zie je hoe ouwelijk je vormen van existentie in je jeugd waren. Omdat je de ouwelijkheid van de wereld met gelijke wapens moest bestrijden om er ook te zijn. Door het ruien geraak je steeds meer in het.. t.o.v. de wereld in het niet-zijn. Het ouwelijke erkent alleen maar het bestaan van het andere ouwelijke. Je voortbrengselen zijn ogenschijnlijk waardeloos maar hebben de kracht als karakter van alles wat je niet zegt*. Een karakter is de uitstraling van het zwijgen.

Je ruit van deftig man tot vagebond en de glimlach van je heeft zoveel kracht dat daaruit blijkt dat je het leven begrepen hebt.

Dan pas ga je bestaan.

Naarmate je bestaat kun je je de vrijheid permitteren om in het niet-zijn te existeren. Het niet-zijn heeft zoveel karakter van al het losgelatene dat het alleen maar gaat bestaan door karakter. Karakter heeft zijn kracht in zwijgen.

Bij de laatste ruiing bestaat alleen het zwijgen met een glimlach met zoveel karakterkracht en uitstraling dat dat de existentie is.

 

Latere aanvulling:

* het is het jonge met alle ervaringen van het bestrijden van het oude en het kwetsbaar opstellen omdat dat waar ze je geestelijk mee zouden willen doden, dat heb je (al) zelf gepasseerd en het heeft geen vat op je. Zo verloopt het leven dan regenererend, het gaat van oud naar jong. Het gaat van veel weten naar niets weten. Het niets weten wordt ondervangen door de intuitie.

  Anton Heyboer, 1998-99

© LiSe Heyboer 1999-2008        HOME