ritueel vat 

HEXAGRAM 50

De meester zegt: De koning zelf bracht zijn kennis en overzicht van het bestaan onder in 10 offervaten die geschaard stonden rond zijn troon. Hij wist naar welk vat hij keek wat daarin de waarde was. Tezamen vormden de 10 vaten het tasten naar het universele bestaan en het tiende vat het bereikt hebben van het universele bestaan.

         Ze waren bedoeld om hem zelf steeds op het juiste pad te houden en omdat hij aan de hooggeplaatsten in de bescherming van het rijk, dat hij aan hen uitdeelde uit de vaten. Ieder kreeg uit het vat waar hij mentaal aanwezig was om het te begrijpen wat hij ontving. De regels in het rijk die ook de orde in het rijk waren... was dat je zo hoog mogelijk kwam in de waarde die je uit het vat werd toegekend en waarop de koning je had ingeschat. Deze 10 offervaten zijn door Lao-Tze neergeschreven in het boek “De tien ossen”. Daar berijdt ieder de os die gelijk is aan de waarde die hij heeft. In oorsprong schreef hij het boek met 8 ossen, daar bleef de kennis en de rangorden, bleven  binnen de muren van het koninklijk paleis en er was nog geen offering van hoe je dit aan de mensen moest mededelen en wat de normale mens er van zou kunnen bevatten. Later toen de hele Chinese cultuur zich vermenselijkte en ook de oorspronkelijke karakters van vorm veranderden ten tijde van Confucius ging de harde kern uit de cultuur en uit de taal en ook uit de karakters en spreidde het zich en kreeg het volk deelname. Toen werden er ook twee offervaten bij geplaatst die het bereiken in menselijk begrijpbare vorm weergaven.

         Het tiende offervat is zelfs zonder enige aanwijzing van wijsheid of stappen naar hogere kennis. Het is de monnik die niets doet en ’s ochtens naar de markt loopt met een stok over zijn schouder met een kruik er aan en wijn gaat halen. Maar de uitstraling die hij heeft verkregen door de gehele kennis van alle inhouden der offervaten doorleefd te hebben, die uitstraling brengt een glimlach op de gezichten van ieder die hem ziet. Het waarom is een raadsel. Hij zelf is de oplossing van het raadsel van het leven.

         Men ziet aan hem hoe het kan en krijgt nieuwe moed om door te gaan. Hij straalt zoveel Qi-kracht uit dat hij de depressies uit de mensen weg neemt.

         De inhoud van de andere offervaten kunnen we het beste gewoon van Lao-Tze overnemen uit het boek de tien ossen.

 

HEXAGRAM 50

         De eerste 8 offervaten gaan over het zoeken in de geest. Negen en tien gaan over “wees de ander”, daarom zijn zij die eeuwigheidkrakeling samen. Het is het zelf dat de ander is. Dan is ook lopen met een zak (het tiende) verantwoord, want de ander zijn vergt ook een uitbeelding zijn, waardoor ze denken “dat is die”. De ander zijn staat ook bekend als het drogbeeld.

         In onze cultuur is het zelfs zo gemaakt dat Jezus werd Christus, maar Christus is hij maar kort geweest, daarvóór 30 jaar Jezus (als yogi in India). Ton was visser met een houten boot, hij timmerde een stuk zink op de buitenkant van de boot omdat het steeds lekte, er kwamen wat krassen op het zink - daar kun je wel poppetje van maken - de beroemde etser is de “ander” maar ik ben die jongen die op het strand zat met die boot op zijn kant en dacht hoe krijg ik dat gat dicht.

         Negen en tien, de prachtigste dingen, maar de mensen voelen toch steeds die jongen die zijn boot dicht timmerde. Dat is het hoge bereiken, maar zij hebben voor het genie geen liefde maar voor de arme jongen die in zijn eentje moest zien dat hij dat bootje dicht kreeg, temeer omdat hij niets ving maar stug door ging met vissen. Die liefde gaat door de eeuwen heen, het genie kan op een gegeven ogenblik achterhaald worden en een algemeen bezit van kennis worden en die liefde is groots, de liefde draagt het leven. En daarom is het de ander zijn en jezelf zijn. De anderen willen toch steeds het hoogste zien en zien de tiende os, 10 is het dwaalspoor voor de mensheid. “Als dat nou is wat je uiteindelijk bereiken kan”.

         9 Is het bezit van de koning en het eigen en het zelf wat je volgens Lao-Tze nooit moet zijn want dan gaan ze het zelf afbreken en nu breken ze het drogbeeld af. Het is de zelfbescherming van de macht van de kennis van alle offervaten en bij uitstek van 9 wat alleen door de orakels getracht wordt te benaderen terwijl de koning het als eigen heeft, als zijn wezen.

(zie “De tien ossen” in Zen-zin, zen-onzin door Paul Reps)

  Anton Heyboer, 1998-99

© LiSe Heyboer 1999-2008        HOME